Sentences with LIGGEN
Check out our example sentences below to help you understand the context.Sentences
1
"De boeken liggen op de plank."
2
"De sleutels liggen op de tafel."
3
"De handdoeken liggen in de kast."
4
"De speelkaarten liggen verspreid over de tafel."
5
"De borden liggen in de afwasmachine."
6
"De schoenen liggen naast de deur."
1
"De sleutels liggen nog op het aanrecht."